Wat zijn droogzuiging en drainage?

Droogzuiging en drainage zijn toepassingen die worden ingezet tegen overtollig water in de grond. Bij droogzuiging verlaagt men tijdelijk het grondwaterpeil van een bouwgrond , waardoor men de werken onder het grondoppervlak vlotter kan uitvoeren. Bij drainage pompt men het grondwater rond de kelder van een gebouw weg. Dit kan preventief gebeuren om te voorkomen dat het grondwater de kelder binnendringt, maar kan ook toegepast worden om grote hoeveelheden regenwater af te voeren.

Wanneer is droogzuiging nodig?

Droogzuiging van de bouwgrond is nodig als het grondwaterpeil boven het laagste punt van het gebouw reikt, want een natte grond hindert de werken aan het gebouw. Dankzij droogzuiging kan men makkelijker en veiliger werken bij de aanleg van bijvoorbeeld kelders en funderingen, maar ook bij het plaatsen van kabels.

Je kan de grondwaterstand op je bouwgrond terugvinden in het sonderingsverslag of controleren door middel van peilputten. Uiteraard kan je ook informatie vragen aan je buren.

Hoe verloopt droogzuiging?

Als er nood is aan droogzuiging van de bouwgrond, moet je contact opnemen met een gespecialiseerd bedrijf. De werknemers van dit bedrijf zullen enkele putten maken op de bouwgrond en het water in deze putten wegpompen, waardoor het grondwaterpeil zakt. De gebruikte pomp blijft functioneren zolang de ondergrondse werken in uitvoering zijn.

Het weggepompte water moet terug in de grond terechtkomen om de oorspronkelijke staat van het grondwaterpeil te herstellen. Als het praktisch niet mogelijk is om het water op hetzelfde perceel terug te laten vloeien in de bodem, moet men het afvoeren naar een regenwaterstelsel in de nabije omgeving.

Lozing in de riolering is uitsluitend toegestaan wanneer zowel de bodem zelf als naburige regenwaterstelsels ongeschikt zijn om het water op te nemen. Hiervoor is een schriftelijke toelating verplicht wanneer het debiet hoger ligt dan 10 m³ per uur. De aannemer moet een debietmeter plaatsen om deze waarde in de gaten te houden.

Wanneer past men drainage toe?

Bij drainage pompt men het grond-of regenwater rond de kelder van een gebouw weg. Men voert drainage voornamelijk preventief uit om een kelder te beschermen tegen het grondwater en op deze manier droog te houden. Deze maatregel is zeker aanbevolen voor gebouwen die gelegen zijn op hellende percelen. Drainage kan ook een tijdelijke oplossing zijn voor wateroverlast na hevige regenval.

In bepaalde gevallen is drainage niet aanbevolen. Drainage is overbodig in gebieden met een zanderige grond, waar regenwater snel wordt opgenomen dankzij de samenstelling van de bodem. Men past drainage dan ook voornamelijk toe in streken met een bodem die bestaat uit klei of leem, stoffen die maar moeizaam water doorlaten. Toch is drainage ook hier niet ongevaarlijk vanwege het risico op grondverzakkingen. Bovendien verbruiken de pompen van een drainagesysteem veel elektriciteit, waardoor de kosten van een drainage soms de voordelen overschaduwen.

Hoe gaat men te werk bij een drainage?

Wanneer men drainage inzet tegen overtollig regenwater, legt men vlak onder het grondoppervlak buizen aan om het water af te voeren. Om grondwater rond een kelder af te voeren, past men ringdrainage toe. Een ringdrainagesysteem bestaat uit drainagebuizen die men aanlegt rond de voet van een kelder of funderingen.