Wanneer kiezen voor in-vitrofertilisatie?

Als je zonder resultaat probeert om zwanger te worden en je overweegt in-vitrofertilisatie, moet je eerst advies vragen aan je huisarts. Hij kan het beste beoordelen of in-vitrofertilisatie in jouw geval de beste behandeling is. Misschien heb je onbewust een ongezonde levensstijl en lukt het je daarom niet om zwanger te worden. Als je dokter oordeelt dat je vruchtbaarheidsproblemen geen verband houden met je levensstijl, dan zal hij je doorverwijzen naar een specialist. De specialist zal je verder onderzoeken en zal je een ziekenhuis aanraden voor de behandeling.

Bij de specialist

De specialist zal eerst zo veel mogelijk informatie verzamelen over je vruchtbaarheidsproblemen. Hij zal je een aantal vragen stellen over de periode waarin je hebt geprobeerd om zwanger te worden en hij zal een lichamelijk onderzoek uitvoeren bij jou en eventueel ook bij je partner.

Bij jou zal hij de werking van je eierstokken controleren en de hormoonwaarden in je bloed testen. Als de resultaten van dit onderzoek afwijken van de normale situatie, dan kan dit je probleem verklaren. Mogelijk zal de arts ook een echo nemen van je geslachtsorganen of een röntgenfoto maken. Hierdoor kan hij eventuele uitwendig waarneembare problemen vaststellen, zoals blokkades.

Als jouw lichamelijk onderzoek geen afwijkende resultaten oplevert, dan ligt het probleem misschien bij je partner. In dit geval zal de specialist de kwaliteit van het sperma van je partner testen.

Na het lichamelijk onderzoek kan de specialist beoordelen of in-vitrofertilisatie de beste oplossing is voor jouw probleem. Als dit het geval is, zal hij je doorverwijzen naar een ziekenhuis voor de behandeling.

Het begin van je behandeling

In het ziekenhuis volgt een uitgebreid lichamelijk onderzoek, waarna de artsen met zekerheid kunnen stellen of je lichamelijk geschikt bent om de behandeling te ondergaan. Je partner zal ook een aantal testen moeten ondergaan.

Zowel bij jou als bij je partner zullen de artsen een bloedtest uitvoeren en controleren op het HIV-virus en op hepatitis B en C. Waarom doen ze dit? Als jij of je partner positief test op deze aandoeningen, is er gevaar voor besmetting van je ongeboren kind en van de behandelende artsen.

Als jullie bloedstalen geen gevaarlijke ziekten aan het licht brengen, dan rest er alleen nog een

controle van jouw eicellen en van het sperma van je partner. Deze controle is noodzakelijk omdat jouw eicellen en de zaadcellen van je partner worden gebruikt om een kunstmatige bevruchting tot stand te brengen. Daarom is het belangrijk dat zowel de eicellen als de zaadcellen gezond zijn.

Bij jou zal een arts daarom bloed afnemen in een vroeg stadium van je menstruatiecyclus om eventuele problemen met je eicellen te kunnen vaststellen. Je partner zal een spermastaal moeten inleveren voor controle.

Als het lichamelijk onderzoek achter de rug is kunnen de artsen hun goedkeuring geven voor in-vitrofertilisatie. Vervolgens zullen jullie samen met het team van behandelende dokters het volledige verloop van de behandeling doornemen.