Looptechniek

Als je tijdens het lopen merkt dat er iets niet helemaal klopt of je tijdens of na het lopen pijn ervaart, moet je misschien wel eens op je looptechniek gaan letten.

Hoofd: als je loopt moet je je gezicht naar de horizon wenden. Houd je hoofd dus rechtop en buig het niet voorover om naar je voeten te kijken. Je hoofd weegt veel, dus je wilt die extra last echt niet graag meeslepen. Het is belangrijk dat je je lichaam rechthoudt, anders vecht je met de zwaartekracht.

Schouders: houd je schouders ontspannen en los, niet te hoog. Zo blijft je lichaam ontspannen en verspil je niet te veel energie.

Bovenlichaam: je kunt je best volledig uitstrekken, maar ook niet te veel druk uitoefenen op je bovenlijf. De positie van je bovenlijf is in sterke mate afhankelijk van de positie van je hoofd en je schouders. Met je hoofd rechtop en je schouders laag en los zal je bovenlichaam vanzelf de juiste positie aannemen, wat de longcapaciteit zal bevorderen.

Heupen: je heupen zijn het centrum van je evenwichtscentrum en zullen vanzelf de goede positie innemen als je hoofd en je bovenlichaam de juiste positie hebben.

Benen: sprinters heffen hun knieën erg hoog op als ze rennen, maar voor afstandslopen en voor kortere afstanden kun je beter je knieën laag houden. Het kost namelijk veel energie om je knieën op te tillen.

Enkels/voeten: om goed te lopen,, moet je je met maximale kracht van de grond afzetten. Bij iedere stap moet je voet lichtjes de grond raken. Je laat je voet neerkomen ergens tussen de hiel en de middenvoet. Laat je voet daarna snel naar voren rollen. Als je terug op je tenen rolt, moet je voet van de grond afkomen. Bij iedere stap zou je je kuitspieren in werking moeten voelen.

Armen: je armen moeten dicht bij je lichaam blijven en naar voor en achter bewegen, om zo te voorkomen dat je bovenlichaam mee gaat draaien. Je zou je handen in een hoek van 90 graden moeten houden en je onderarmen het meeste werk laten doen. Je bovenarm zal bijna niet bewegen.

Handen: krom je vingers en raak met je duim de helft van je wijsvinger aan.

Bijkomende tips

Ademhaling Adem niet te snel, maar diep en gelijkmatig. Adem ook volledig terug uit, want zo zal je ook beter inademen. Gespannen spieren zullen de ademhaling bemoeilijken, zorg dus voor een ontspannen houding wanneer je loopt.

Bergop lopen: houd je ritme aan en doe evenveel moeite, maar maak kleinere stappen en vertraag een beetje.

Bergaf lopen: laat de zwaartekracht haar werk doen en je naar beneden duwen, maar houd zelf de controle. Neem geen te grote stappen want dat zal je spieren te veel vermoeien.