Diagnose van dwangneurose

Gevoel van schaamte

De meeste mensen die leiden aan dwangneurose ondervinden een gevoel van schaamte. Ze beschouwen zich als buitenbeentjes. En àls ze dan de stap zetten erover te praten met een arts, is dit vaak de huisdokter waarmee reeds een vertrouwensband opgebouwd is. Toch is het belangrijk je boven die schaamgevoelens te plaatsen. Ze zijn immers onterecht en onnodig. Het is namelijk nooit je eigen fout dat OCS zich voordoet en het is op geen enkele manier voorkombaar.

Hulp van anderen

Omringenden zullen vaak de neiging hebben mee te doen met het obsessief compulsief gedrag. Dit is echter bijzonder afgeraden, want hierdoor wordt het net aangemoedigd. Een betere oplossing is om de patiënt te confronteren met zijn gedrag, zodat hij goed beseft dat er een probleem is.

Bij de huisdokter

Wanneer je de huisdokter bezoekt, zal hij eerst en vooral een reeks vragen stellen die helpen bij het vaststellen of je lijdt aan dwangneurose of niet. Bekende vragen zijn bijvoorbeeld ‘was je vaak je handen?’, ‘controleer je vaak bepaalde dingen?’, ‘heb je vaak bepaalde gedachten die door je hoofd blijven spoken waar je graag van af wil, maar je slaagt er maar niet in?’, … Wijst de vragenlijst op een positief antwoord, kan gedacht worden aan verdere behandeling.

Types OCS

Heeft de arts vastgesteld dat je symptomen vertoond van OCS of dwangneurose, zal hij/zij ook nagaan in welke mate. Dit hangt af van het aantal obsessies die door je hoofd spoken. Aan de hand hiervan kan de dwangneurose mild, gematigd of sterk zijn. Het type dwangneurose is bepalend voor de vorm van verdere behandeling.