Chemotherapie

Chemotherapie is een behandeling van kanker met speciale medicijnen, cytostatica. In totaal zijn er meer dan 50 chemotherapiemedicijnen. Sommige worden alleen toegediend, maar vaak wordt er ook gekozen voor een combinatie (cocktail).

Welke behandeling je krijgt hangt af van:

  • Het soort kanker
  • Waar de kanker begonnen is in je lichaam
  • Hoe de kankercellen eruitzien onder de microscoop
  • Of de kanker uitgezaaid is naar andere delen van het lichaam

Waarom chemotherapie?

Chemotherapie voorkomt dat kankercellen zich gaan verdelen en reproduceren.  Deze medicijnen hebben ook een effect op de gezonde cellen, waardoor patiënten die chemotherapie krijgen veel last zullen hebben van bijwerkingen. Gezonde cellen kunnen de schade die de medicijnen toebrengen herstellen, kankercellen kunnen dat niet en zullen uiteindelijk afsterven.

Chemotherapie kan gegeven worden om alle kankercellen te vernietigen en de kanker te genezen. maar het kan ook toegediend worden na de operatie om de overblijvende kankercellen te vernietigen en te voorkomen dat de kanker terugkomt. Dat heet adjuvante therapie. Voor een operatie kan het ook gebruikt worden om het aantal kankercellen te verminderen. Als de kanker niet meer te genezen is, kan het ingezet worden om de symptomen te verminderen en het leven te verlengen. Dit is palliatieve chemotherapie.

Hoe wordt chemotherapie toegediend?

Meestal wordt chemotherapie intraveneus, via een injectie in een ader, toegediend. Het kan ook toegediend worden via een injectie in een spier of net onder de huid. Ten slotte kunnen de medicijnen ook nog in tablet- of capsulevorm gegeven worden.

Om de medicijnen op een veilige manier via de bloedbaan toe te dienen, krijgt de patiënt vaak een katheter ingeplant.

Chemotherapie bestaat meestal uit een aantal sessies. Iedere sessie wordt gevolgd door een rustperiode. Zo’n sessie en de daarop volgende rustperiode wordt een cyclus genoemd.

Bijwerkingen chemo

Gezonde lichaamscellen die erg vatbaar zijn voor chemotherapiemedicijnen zijn beenmergcellen, haarfollikels, cellen in het spijsverteringssysteem en cellen van het mondslijmvlies. Tijdelijke bijwerkingen van chemotherapie kunnen dan ook bestaan uit zware vermoeidheid, misselijkheid en braken, diarree, haarverlies, een droge of pijnlijke mond en keel, huidproblemen en een verhoogde kans op infecties.

Hoeveel en hoe zwaar de bijwerkingen zijn, hangt af van persoon tot persoon, hoeveel medicijnen en welke medicijnen er gegeven zijn en de duur van de behandeling. Sommige mensen hebben heel veel last van bijwerkingen, terwijl anderen zo goed als niets merken.

Chemotherapie kan bij zowel mannen als vrouwen de vruchtbaarheid aantasten. Sommige patiënten worden na de chemotherapie weer vruchtbaar, bij anderen is de situatie blijvend.

Tot een week na het toedienen van de chemotherapie blijven je lichaamsvochten giftig. Je moet dan oppassen met naar het toilet gaan, scheren, seksuele contacten, enz.