Wat je moet weten over dromen

Wilde dromen, wonderlijke dromen, nachtmerries, … misschien zijn dromen wel meer dan willekeurige breinpatronen. Hier vind je zeven antwoorden op vragen die iedereen zich wel eens stelt over dromen.

1. Wat is een droom nu eigenlijk?

Wanneer je in slaap valt, beginnen je hersenen de indrukken te verwerken die ze overdag hebben opgedaan. In deze eerste fase bestaan je dromen slechts uit flarden van gedachten en beelden. 

Na ongeveer anderhalf uur kom je terecht in de REM-fase, de fase waarin je het diepst slaapt. Nu worden de delen van je hersenen die emoties verwerken en herinneringen opslaan actief. In deze fase hebben je dromen de vorm van een verhaal, dat je je achteraf soms herinnert. Gemiddeld doen zich 4 tot 5 REM-fases per nacht voor, afhankelijk van hoe lang je slaapt. 

2. Waarom dromen wij?

De meeste wetenschappers zijn het erover eens dat dromen ons helpen om nieuwe informatie te verwerken en op te slaan in ons geheugen. Van zodra informatie in je hersenen opgeslagen is, beïnvloedt het je gedrag en beslissingen. Op die manier helpen dromen je om nieuwe ervaringen te begrijpen en om je voor te bereiden op veranderingen. Ze leren je ook met een verlies of trauma omgaan en bevorderen leerprocessen.

3. Droomt iedereen?

Alle mensen dromen. Wie beweert dat hij nooit droomt, herinnert zich zijn dromen gewoon niet. Enkel als je midden in een droom of net erna wakker wordt, kan je je hem herinneren. Daarom herinneren lichte slapers zich hun dromen vaker dan mensen die vast slapen. Wanneer je gewekt wordt door een wekker, herinner je je minder gemakkelijk je dromen dan wanneer je vanzelf wakker wordt.

4. Waarom zijn dromen vaak zo vreemd?

Daarvoor bestaat een biologische verklaring. Wanneer je slaapt, is de prefrontale cortex, het deel van je hersenen dat verantwoordelijk is voor logisch redeneren, niet actief. Vreemde denkbeelden krijgen dus vrij spel. Bovendien verbinden dromen oude herinneringen aan nieuwe indrukken door associatie en dus niet op een logische, geordende manier.

Ook hormonale veranderingen kunnen je dromen beïnvloeden, net als antidepressiva en andere geneesmiddelen.

5. Waarom komen sommige dromen zo vaak voor?

Bepaalde dromen zijn verbonden met universele angsten. Typische angstdromen gaan over vernedering, verlies van schoonheid, niet gewild zijn of ergens niet in slagen. Zo droomt iedereen wel eens dat hij naakt of enkel in pyjama in het openbaar rondloopt.

6. Hoe zit het met nachtmerries en terugkerende dromen?

Nachtmerries zijn normaal, zolang je ze niet elke nacht hebt. Nachtmerries zijn vaak verbonden met iets dat echt gebeurd is. Dat kan een trauma zijn, maar ook gewoon een verandering van omgeving. 

Kinderen hebben doorgaans meer nachtmerries dan volwassenen. Zij beschikken immers nog niet over de psychologische vaardigheden om met bepaalde emoties om te gaan. Bovendien zijn er veel zaken die ze nog niet begrijpen

Terugkerende dromen gaan vaak terug op verdrongen angsten of zorgen. Als je ervan af wilt raken, moet je uitzoeken wat het onderliggende probleem is.

7. Kunnen dromen dingen voorspellen? 

Misschien. Niemand kan deze vraag met zekerheid beantwoorden, omdat het fenomeen zeer moeilijk te onderzoeken is. Wetenschappers vermoeden dat voorspellende dromen meestal puur toevallig zijn.