Hoe je BMI berekenen?

Aan de hand van je Body Mass Index (BMI) kun je bepalen of je overgewicht of ondergewicht hebt.

BMI berekenen

Om je BMI te berekenen moet je je gewicht(omgezet in kilogram) delen door het kwadraat van je lengte (in meter).

Een voorbeeld:

Je weegt 70 kilogram en bent 1,80 meter groot:

70 : (1,8 x 1,8)= 70 : 3,24= 21,5

Je BMI is dus 21,5

Wat betekent dit?

Een BMI tussen 10 en 18,5: je hebt ondergewicht. Het is belangrijk dat je probeert dikker te worden. Best kun je hiervoor een arts of een diëtist raadplegen.

Een BMI tussen 18,5 en 25: dit betekent dat je een normaal, gezond gewicht hebt

Een BMI tussen 25 en 30: je hebt overgewicht. Je bent te zwaar maar het overgewicht leidt (nog niet) tot ernstige gezondheidsrisico’s. Je kunt best afvallen, ga hiervoor ten rade bij een arts of diëtist.

Een BMI tussen 30 en 40:  je lijdt aan zwaarlijvigheid of obesitas. Je loopt een verhoogd risico op aandoeningen als hartaandoeningen, diabetes en rugklachten.

BMI van meer dan 40: er is sprake van ernstige zwaarlijvigheid of morbide obesitas. Je gezondheid loopt ernstig gevaar.

Klopt het BMI altijd?

De BMI-berekening is slechts een indicatie van overgewicht, die niet altijd klopt. De berekening houdt namelijk geen rekening met je beendergestel of spiermassa. Twee personen met hetzelfde BMI kunnen bijvoorbeeld een verschillende percentage lichaamsvet hebben. Bodybuilders en andere krachtsporters komen bij het berekenen van hun BMI vaak uit dat ze overgewicht hebben, terwijl er aan hun lichaam geen grammetje vet te bespeuren valt.

De BMI-berekening is niet van toepassing op kinderen en jongeren die nog geen 20 jaar oud zijn. Zij groeien namelijk nog altijd. De hoeveelheid vetweefsel zal bij hen nog veranderen.